Utrecht - Oudegracht 23
2002.0705a
Bouwhistorische verkenning, Oudegracht 23, Utrecht
Inleiding
Deze bouwhistorische verkenning is op 4 februari 2002 uitgevoerd ten behoeve van de beoordeling van het verbouwingsplan voor het pand Oudegracht 23. Gezien het drukke programma was het pas in juli mogelijk om de gegevens uit te werken tot een notitie.
Het pand is geregistreerd als gemeentelijk monument, waarbij de omschrijving luidt: "Pand gebouwd rond 1870 bestaande uit drie bouwlagen met een kap loodrecht op de gracht. De gepleisterde voorgevel is drie traveeën breed met een hardstenen plint. De ingang in de 1e travee bezit een rusticaomlijsting. De vensters zijn op de verdiepingen d.m.v. de penanten, die als kapitelen zijn uitgevoerd met elkaar verbonden. Tussen de 1e en 2e verdieping is een geprofi-leerde gevellijst. Onder de vensters van de 1e verdieping loopt een gecorniste waterlijst. De gevel wordt beëindigd door een kroonlijst met bewerkte consoles. Het pand is van architectuurhistorische belang als voorbeeld van neo-classicisme. Het casco is van bouwhistorisch belang." De beschrijving betreft het gehele pand (uitwendig en inwendig) met alles wat aard- en nagelvast daaraan verbonden is.

Bouwgeschiedenis
Het huidige pand Oudegracht 23 is tot stand gekomen in 1873, ter vervanging van een ouder pand. Van dit oudere pand zijn in elk geval de kelders en gedeelten van de zijmuren bewaard gebleven. Voor een datering zijn vooralsnog onvoldoende
gegevens beschikbaar, hoewel de vorm en structuur van de kelder op een middeleeuwse oorsprong wijzen. De oudste kadastrale kaart van circa 1830 geeft enige informatie over de opbouw van het oude pand. Op deze kaart is namelijk sprake van een voorhuis, een open binnenplaats en een achterhuis. Het voor- en achterhuis waren onderling verbonden door middel van een smal tussenlid. In een tuinmuur achter het pand is in 1935 een ingemetselde (17de-eeuwse) gevelsteen van de herberg "De Swaen" gevonden.
Het nieuwe pand van 1873 bestaat uit één bouwmassa, die echter wel aanmerkelijk groter was dan het oude voorhuis. De achtergevel van het nieuwe voorhuis staat op de plek van de voorgevel van het oude achterhuis. Daarmee kwam de kelder van het achterhuis in de achtertuin te liggen (en geen onderdeel meer was van een gebouw). Door de langgerekte vorm krijgt de middelste zone van het huis weinig licht via de vensters in de gevels. Daarom heeft men juist op die plaats een trappenhuis gerealiseerd, dat zijn licht verkrijgt via een bovenlicht en lantaarn in het dak.
In de 20ste eeuw hebben diverse (voornamelijk kleinschalige) verbouwingen plaatsgevonden. De meest in het oog springende hiervan was het aanbrengen van een winkelpui op de begane grond van voorgevel in 1917. Reeds in 1923 was er weer een plan om de pui te vervangen door twee vensters. Dit is echter niet doorgegaan. Omstreeks 1975 is interieur is aanzienlijk gewijzigd, hetgeen onder meer de verwijdering van schouwen en betimmeringen, vernieuwing van alle binnendeuren, het aanbrengen van verlaagde plafonds en het moderniseren van de wandafwerkingen en de kleurstelling inhield. Ook de vensters in de achtergevel zijn aangepast en deels vernieuwd.
Boven de verlaagde plafonds kunnen nog stucplafonds aanwezig zijn. Bij de recente ontmanteling is gebleken dat er in elk geval geen stucplafond met rijke ornamentiek aanwezig zijn.